Alleen God kan ons nog redden

Egbert Schuurman: tegendraads christen in een seculier land

Remco van Mulligen

Imprint:
Motief

Remco van Mulligen

Categorie:
Filosofie en wetenschap, Motief

Extra

ISBN: 9789058819567

Geloof en samenleving bij Egbert Schuurman.

Verschijnt 6 oktober

 29,90


NUR: 731

Verantwoording

Leesfragment

Recensies

Woord en Dienst

24-02-2018

De katholieke historicus Van Mulligen schreef de kritisch-historische biografie van Egbert Schuurman met een analyse en filosofische duiding van diens werk. Schuurmans verdiensten zijn imponerend: hij was onder andere bijzonder hoogleraar en lid van de Eerste Kamer voor de ChristenUnie. Aan de hand van een aantal thema's beschrijft Van Mulligen hoe Schuurman vanuit zijn overtuiging en (Nederlands Gereformeerde) achtergrond de dialoog zocht met de mainstream samenleving, cultuur en wetenschap. Deze dialoog is de rode draad in het leven van Schuurman, waarbij hij zijn basis niet verloochent: de autonome macht van de éne God. Een slotinterview met Schuurman zelf (80 jaar oud) besluit het boek, aangevuld met een uitgebreid register. De verhouding techniek, wetenschap, geloof, secularisatie en ethiek komt uitvoerig aan de orde. Lezers hebben een boek in handen waarin ze hun tanden kunnen zetten, af en toe pittige kost. Ik kan mij voorstellen dat voor generatiegenoten uit een vergelijkbaar kerkelijk klimaat het boek veel herkenning oproept.

NBD Biblion

21-02-2018

Deze biografie van Egbert Schuurman (1937) biedt het verhaal van een maatschappelijk betrokken wetenschapper. Hij is als volgeling van Abraham Kuyper een typische loot van de gereformeerde stam: kerkelijk actief en sterk betrokken op de samenleving. Zulke mensen vond je in het hart van de Nederlandse samenleving (J.P. Balkenende, P.H. Donner), maar een klein deel van hen bevindt zich sinds de jaren zestig in de marge daarvan. Dat komt omdat ze tegelijk orthodox en modern wilden zijn. Schuurman is een representant van deze groep, actief in de RPF, de ChristenUnie, de Vereniging voor Reformatorische Wijsbegeerte en tal van andere organisaties. Zijn kenmerk was zijn kritiek op de te grote rol van en eerbied voor techniek (en wetenschap in het algemeen). Hij werd hoogleraar christelijke filosofie en doceerde en publiceerde in Kuypers geest over dit thema. Het bekendst werd hij als Eerste Kamerlid van genoemde partijen. De biografie leest goed en bestrijkt de vele terreinen die Schuurman bestreek. Het boek biedt inzicht in de positie en rol van orthodoxe christenen in een seculariserend Nederland.
Recensent: Or. G. Harinck

Reformatorische Omroep

11-10-2017

Van Mulligen schreef een biografie waarin de veelzijdigheid van Schuurman, techniekfilosoof en zat dertig jaar in de Eerste Kamer, in beeld komt. Schuurman drukte een groot stempel op de Christen Unie. S. zou nog wel drie proefschriften willen schrijven: over de relatie tussen techniek en economie; de relatie tussen de hersenen en nieuwe technieken, zoals nanotechniek en over: mens en computer- het internet van de dingen: maakt dat technisch netwerk de mens vrij of wordt hij meer en meer gevangen? (347). Dit boek geeft een tijdsbeeld van ons land in een periode van enorme veranderingen: van een verzuild land naar een seculiere natie. Het vuistdikke boek leest goed, geeft zicht op allerlei gebeurtenissen en ontwikkelingen die van belang zijn.
Van harte aanbevolen voor iedere belangtellende over ontwikkelingen in de samenleving, maatschappelijk, politiek en kerkelijk.
Ik geef nog enkele citaten: ‘Al in de jaren zeventig verkondigde hij (=Schuurman) een vanuit het christelijk geloof gemotiveerde brede kijk op ecologische kwesties. Zorg voor de schepping is een dure plicht en het ‘noachitisch verbond’, dat God volgens de Bijbel na de zondvloed sloot, was een verbond tussen God, mens én dier. (-) Schuurman verwijst naar het noachitisch verbond vooral om te laten zien dat de dieren meer meetellen dan veel christenen aannemen’(275)
‘..de mens moet verantwoordelijkheid nemen, ook in de omgang met techniek. En dat kan ook. Het is vooral die meer optimistische visie, die onmiskenbaar besloten ligt in Schuurmans tuinmetafoor, die tegenwoordig aanspreekt’(277).
‘Zo viel het tweede kabinet-Lubbers in 1989, vlak voordat er in de Kamer een debat zou plaatsvinden over de legalisering van euthanasie. Schuurman ervoer dat als ‘gebedsverhoring’(283). ‘Dat het wetsvoorstel (legarisering van Euthanasie.) zou worden aangenomen, was al bij het begin van het debat zeker. Een motie van S. om te investeren in palliatieve zorg haalde het niet. Voor S. was dit misschien wel het belangrijkste debat uit zijn politieke carriére’(291).
Nogmaals van harte aanbevolen.
Drs.I.A.Kole

Nederlands Dagblad

06-10-2017

Oud-ChristenUniesenator Egbert Schuurman, die deze zomer tachtig werd, kreeg in de Eerste Kamer zijn eigen biografie uitgereikt, geschreven door zijn roomskatholieke partijgenoot Remco van Mulligen. Hij wordt getekend als een tegendraads christen die de harige profetenmantel niet schuwde. En inderdaad: ‘Aan Schuurman heeft het niet gelegen.’ Vrijwel elke politieke carrière eindigt in een deceptie. Vraag het Ybeltje Berckmoes, Robin Linschoten of Ruud Lubbers, kijk het na in de biografie van Winston Churchill. Geldt dit ook voor de politieke carrière van Egbert Schuurman?
Er was het afscheidscadeautje in 2011 van een parlementair onderzoek naar het ‘privatiseringsbeleid’. Maar er was ook die merkwaardige rede over een pact tussen moslims en christenen, overigens met uitspraken die Schuurman zelf al tot een tamelijk ambigu standpunt heeft genuanceerd. En er was de regeringsdeelname van zijn ChristenUnie aan Balkenende IV, die Schuurman transformeerde tot een man die hij eigenlijk niet was. Onrustig, verbeten. Schuurman was een intellectueel in de politiek. Die relatie is op zich al problematisch en gedoemd in teleurstelling te eindigen. En het keurslijf van een coalitie maakt het natuurlijk alleen maar erger. Schuurman kreeg zelfs ruzie met Gerrit Holdijk. Wie krijgt er nou ruzie met Gerrit Holdijk? In zijn uitstekend leesbare biografie van Schuurman benadert historicus en journalist Remco van Mulligen hem als de christelijke dwarsdenker die de dialoog zocht met de ‘buitenwereld’, de snel veranderende samenleving, cultuur en wetenschap. Van die dialoog is niet zoveel terechtgekomen, schrijft Van Mulligen. Tot debatten met Nederlandse techniekfilosofen is het niet gekomen. Hij noemde en bestreed ze, maar zij verwezen niet naar hem. In de politiek maakte zijn partij ondanks de teloorgang van het CDA nooit de doorbraak mee tot een geduchte speler in het centrum van de Haagse macht.
Schuurmans denken en leven voltrok zich tegen de achtergrond van een overgang, de overgang van de voorhoede van macht en invloed naar de achterhoede van de maatschappelijke overbodigheid en ongewenstheid. Je zou willen weten hoe Schuurman inmiddels een boek leest als dat van Rod Dreher, die in het verlengde van Alasdair MacIntyre de ‘optie van Benedictus’ bepleit. Dreher betoogt dat christenen in een postchristelijke cultuur eigenlijk niet zo veel meer hebben te zoeken in de wereld van de wetenschap en de politiek en zich zouden moeten toeleggen op de overdracht van het heilige zoals Benedictus deed na de val van het Romeinse Rijk. De rol van de christelijke politiek bestaat dan vooral in het zo lang mogelijk bewaken van de vrijheid die deze mogelijk maakt. Het zou interessant zijn om te weten of de antirevolutionair Schuurman inmiddels het belang van een kleine overheid inziet. Zijn afkomst maakt hem voor deze optie zeer geschikt. Egbert Schuurman (1937) is afkomstig uit een afgescheiden familie een voorvader moest als veldwachter een clandestiene bijeenkomst van afgescheidenen uit elkaar jagen, maar raakte zo onder de indruk van de vroomheid van deze mensen dat hij er zelf ook voor koos. Een nazaat van deze veldwachter was de gereformeerde kruidenier Harm Schuurman uit Nieuw-Buinen die met Roelie Warringa trouwde de ouders van Egbert. Egbert droeg de naam van zijn overgrootvader van moederszijde een man die timmerman was maar ook architect werd genoemd. Vroomheid en techniek lagen al in de wieg met Egbert Schuurman verstrengeld. Hij deed in 1957 belijdenis bij de vrijgemaakten, maar werd lid van de Nederlands Gereformeerde kerk en kwam zo in een evangelisch-gereformeerde wereld van gemoedelijke openheid terecht. Het opende de weg naar de wereld die de zijne zou worden: die van de EO en de EH, van de RPF en later de ChristenUnie. Die wereld veranderde sneller dan hijzelf, stelt Van Mulligen terecht vast.
De boodschap van Schuurman lijkt mij nog altijd houdbaar, hoogst actueel zelfs. Zijn leven en denken was gericht tegen een cultuur waarin schepselen uitgroeiden tot afgoden en daarmee destructief werden. Schuurman had het dan bijvoorbeeld over consumptie en techniek. Het is ook een cultuur waarin mensen nadenken over het scheppen van evolutionaire opvolgers. De mens wil zichzelf niet meer temmen maar genetisch hertelen tot een nieuw ras. Geconfronteerd met dit soort ontwikkelingen kon Schuurman profetisch uithalen. In het spoor van Hans Jonas bepleitte Schuurman een heilzame ‘heuristiek van de vrees’ als bron van de ethiek. Zijn denken is zeker niet verouderd, maar zijn agenda, denk ik, wel. De dialoog blijkt immers ongewenst, en het medicijn wordt geweigerd. Wat kun je dan nog meer dan je medemens oprecht een zalig kerstfeest toewensen, zoals A.Th. van Deursen in 1994 al zei aan het slot van zijn Huizingalezing? Na lezing van deze biografie domineert de sympathie. Voor de principiële man die Schuurman was, voor de bevindelijke sfeer waarin hij ademde, voor zijn waarschuwingen tegen een cultuur waarin middelen een doel op zichzelf werden. Er ligt over dit leven ook de schaduw van een zekere tragiek. In een periode van secularisatie is alles waarvoor Schuurman streed definitief marginaal geworden. Er rommelt ook een ondertoon van onmacht door dit boek, de bron, misschien wel, van veel boosheid. Maar wie dit boek leest en dit leven overziet, denkt als vanzelf ook terug aan een uitspraak van Groen van Prinsterer, die op de bijeenkomst van de Evangelische Alliantie in 1867 zei dat het een groot verschil maakt of een ‘schijnbare nederlaag van het christendom’ zich dankzij onze laksheid of ondanks ons verzet voltrekt.
Aan Schuurman heeft het niet gelegen.

Website

03-10-2017

De boekpresentatie van Alleen God kan ons nog redden was op 6 oktober. Van Mulligen laat in de biografie de veelzijdigheid van Schuurman zien. Het geeft bovendien een tijdsbeeld van Nederland in een periode van enorme veranderingen: van een verzuild land naar een seculiere natie. Schuurman zocht zich daarin als orthodox christen een weg. In een slotinterview gaat de filosoof en politicus op frisse manier in op de meest actuele kwesties. Kritisch, maar tegelijk optimistisch en hoopvol, aldus de uitgever.
In januari 2018 organiseert de SCF (stichting Christelijke Filosofie) een bijeenkomst over Egbert Schuurman op de jaarlijkse conferentie. Er wordt dan dieper ingegaan op de relevantie van Schuurmans filosofische erfenis voor nu en de toekomst.