Imprint:
Motief
Categorie:
Bijbelstudie, geloofsopbouw en theologie, Motief, Nieuw Motief, Recente titels
Extra
ISBN: 9789058819949
Bert Loonstra onderzoekt in dit boek Paulus’ gedachtegoed. Wat is de grote lijn in zijn denken? Hoe kijkt hij aan tegen de geschreven wet en hoe komt hij tot zijn uitspraken over de rol van vrouwen in de gemeente?
Deze studie brengt de auteur tot de conclusie dat trouw aan Paulus niet bestaat in het naspreken van diens woorden, maar in een nieuwe toepassing van zijn uitgangspunten.
Dit boek kan het gesprek over de positie van vrouwen helpen uitstijgen boven het dilemma hoe je aan de Bijbel het hoogste gezag kunt toekennen en tegelijk je culturele situatie de ruimte geven.
€ 12,95
2018
NUR: 707
Leesfragment
Recensies
ECV in de kerk
01-05-2018
De ondertitel ‘Letter en Geest in de bezinning op vrouw en ambt’ toont aan waar de schrijver naartoe wil, maar het dunne boekje (127 blz.) bestaat voor het grootste deel uit de aanloop. Dat is namelijk de zoektocht naar de grote lijn in het denken van Paulus. Verwacht dus geen zoveelste uitgebreide bespreking van de beruchte zwijgteksten in 1 Korintiërs 14 en 1 Timoteüs 2. De nadruk ligt op het ‘meedenken met Paulus’. En terecht.
De schrijver focust in het begin van het boek op een drieslag die hij overal in Paulus’ brieven meent te ontdekken: God – Christus – de gelovigen. De Heilige Geest vormt de verbinding tussen de drie. Daar kon ik me niet in vinden, maar misschien ben ik te beducht voor een miskenning of onderwaardering van de Geest.
Hierna volgen waardevolle hoofdstukken die gaan over geschreven wet tegenover Christus en letter tegenover Geest. Deze hoofdstukken zijn belangrijk als basis voor de grote lijn in het denken van Paulus. Ik noem het hier de motor.
De motor.
In alles waar Paulus over denkt of schrijft, is deze vraag de motor: Dient het de doorwerking van het evangelie of vormt het net een belemmering? Die gedachte wordt sterk uitgewerkt door Bert Loonstra. Zo betoogt hij dat Paulus wetten uit het Oude Testament overneemt wanneer deze concrete invulling geven aan de kernwaarde van het evangelie: Gods liefde. Anders gezegd: als wetten leiden tot de doorwerking van het evangelie, zijn ze nog van kracht. Een voorbeeld daarvan is de tien geboden die eigenlijk uitingen zijn van de liefde voor God en voor de naaste. Dus kunnen wij die nog steeds beschouwen als goede richtlijnen.
Het wordt interessant als we de motor toepassen op slavernij. In Paulus’ tijd was het een breed maatschappelijk gegeven. Als we bedenken dat Paulus’ motor de doorwerking van het evangelie is, dan begrijpen we dat hij christelijke slaven opdraagt om zich te schikken in hun lot. Opstandigheid van slaven zou namelijk bij anderen leiden tot afkeer van het evangelie. Hetzelfde met christelijke heren. Die moeten hun slaven goed behandelen, zodat zij geen afkeer krijgen van het evangelie. Zowel slaven als heren moeten doordrongen zijn van en handelen vanuit Gods liefde.
In onze tijd daarentegen zou een houding die pleit vóór slavernij net zorgen voor een afkeer van het evangelie. En opvallend genoeg staat een pleidooi tegen slavernij perfect in lijn met het evangelie. Zo komt Loonstra tot de conclusie dat we niet kunnen zeggen dat alle raadgevingen van Paulus zomaar voor alle tijden zijn. We moeten de motor begrijpen en toepassen in elke tijd: Dient iets vandaag tot de doorwerking van het evangelie of vormt het een belemmering?
Daarna past Loonstra deze motor toe op de plaats van de vrouw in de gemeente. In Paulus’ tijd zou een pleidooi voor een gelijke positie van de vrouw geleid hebben tot afkeer van het evangelie. Ik ben zelf het voorbije half jaar bezig geweest met dit onderwerp en heb onder andere nagedacht over de achtergrond van Paulus’ (en Petrus’) woorden over de onderdanigheid van de vrouw. Een onderdanige houding van de vrouw zorgde in hun tijd voor maximale kansen voor het evangelie.
We moeten onszelf de vraag stellen hoe, in deze tijd, het evangelie zo maximaal mogelijk doorwerking krijgt. We zien dat Paulus vrouwelijke medewerkers had en Loonstra ziet dit als aanknopingspunten om de emancipatie van de vrouw in de gemeente te verdedigen.
Hierna volgt nog een hoofdstuk over de invloed van de eigen cultuur. Aan de hand van zes korte voorbeelden toont Loonstra de invloed van de cultuur op de doorwerking van het evangelie.
De moeite waard.
Loonstra is erin geslaagd om zich niet verliezen in punten en komma’s van de zwijgteksten, maar heeft op een leesbare én beknopte manier een waardevolle toevoeging geschreven aan het debat over de plaats van man en vrouw in de gemeente. Dat die toevoeging in lijn ligt met de motor van Paulus’ denken pleit ervoor om dit boek niet zomaar naast ons neer te leggen.
Protestant Nederland
januari 2019
Het traditionele denken over sola scriptura staat onder druk wanneer er nieuwe en soms revolutionaire conclusies getrokken worden uit schriftgegevens, zoals ten aanzien van de ‘zwijgteksten’ van Paulus.
De stelling die Bert Loonstra in zijn Meedenken met Paulus poneert, is dat in de tijd van Paulus de verhouding tussen man en vrouw anders was dan in onze tijd. Dominant gedrag van vrouwen werd toen als onbehoorlijk ervaren, zoals men dat nu is ten aanzien van mannen.
Men dacht toen meer vanuit eer en schande, wij redeneren meer vanuit gelijkheid en verantwoordelijkheid. Door het zwijggebod maakte Paulus verbinding met zijn eigen tijd, in onze tijd scheppen we daarmee juist een kloof. Loonstra wil bestuderen wat Paulus in zijn context wilde zeggen en vertaalt dat vervolgens in onze context. Er zijn volgens hem twee benaderingen: de nadruk op de ‘binnenkant’ -de Geest, de liefde en de vrijheid- en de concreetheid van allerlei aanwijzingen. In de lijn van Paulus dient de hoofdvraag te zijn of de bepalingen kunnen functioneren als regels die dienstbaar zijn aan het Evangelie van Jezus Christus, Gods bevrijdende liefde. Als dat niet zo is, vallen zij onder de categorie “letter” en worden zij niet getransformeerd door de Geest. Paulus’ beroep op de schepselmatige orde tussen man en vrouw leidt bij Paulus tot uitsluiting van vrouwen uit leidinggevende posities, maar in onze tijd in een andere context zou dat tot een andere toepassing kunnen leiden.